De afgelopen dagen leek het bij onze voordeur héél eventjes of we werkelijk álle webwinkels hadden geplunderd. Het was een komen en gaan van witte busjes. DHL, PostNL en ga zo maar door. En niet geheel bezijden de waarheid, ik heb namelijk zo’n beetje iedere versiering denkbaar met het cijfer acht aangeschaft.
Vlaggetjes, ballonnen, slingers, nog meer vlaggetjes, kaarsen, kaartjes, servetten en confetti. Allemaal met één gemene deler: de acht is overal. Niet omdat Stach zélf niet zou weten hoe oud ie wordt of jarig is, hij is al wekenlang met niets anders bezig.
Ik wil er vooral zélf een onvergetelijke dag van maken. Omdat ik nog precies die spanning van vroeger kan voelen. Die bijzondere datum die bijna daar is: je verjaardag! De spanning om cadeautjes, om het taartje bij het ontbijt en die ene dag van het jaar waarop het helemaal om jou draait. En dan ga ik wellicht een tikkeltje overboard. Hoewel, voor je het weet is ie achttien.
Toen Stach namelijk een paar dagen oud was, hoorde ik één ding steevast van iedereen. ‘Geniet er maar intens van, voor je het weet is dit voorbij.’ Ik dacht alleen maar: wat zijn dit voor een gekke mensen, het is een baby. Hoe snel kan het gaan? Maar al die mensen kregen gelijk en ik niet: twee keer knipperen en hij is acht. ACHT! Heeft behoorlijk de vaart erachter dat kind.
Hij is mijn lievelingsmens. En ondanks dat het tijdens de coronatijd serieus afzien was, vierentwintig uur op elkaars lip is nooit een goed idee, gaat ie nu écht steeds meer de wijde wereld in. Zonder ons. Zijn pappa’s. Stach heeft talloze vriendjes waar ie het liefst iedere dag over de vloer komt. Hij gaat sporten en kijkt niet meer achterom als ie de atletiekbaan op sjokt. Of sowieso gaat ie steeds makkelijk de deur uit zonder die ooit onmisbare kus en een knuffel. Het is een niet meer zo klein baasje. Met zijn eigen grenzen, meningen en gevoelens.
En ik weet heus dat het nog wel even duurt voor ie écht volwassen is, vraag me wel steeds vaker af of we het goed gedaan hebben. Of de basis die we gelegd hebben enigszins blijft hangen. En of ie een gelukkig leventje heeft bij ons. Op die vragen kan ik volmondig ja zeggen, zelfs als ik soms iets te knorrig reageer, of Stach niet de aandacht geef die hij eigenlijk zou verdienen. Het waren acht schitterende jaren die ik never nooit had willen missen. Op naar de volgende tachtig. Ik kan schrijven dat ik hoop dat die minder snel voorbij vliegen, maar dat is niet zo. Hopelijk zijn ze gewoon net zo fijn als deze eerste acht.