Jajaja, natuurlijk weet ik het. ‘Een goede nachtrust is een betere dag’ of ‘Slaap is het beste medicijn’ en meer van dit soort open deuren. Geen woord van gelogen, maar ik ben zelf meer van het mantra: ‘Slapen kan altijd nog’, als je dood bent bijvoorbeeld. Of minder dramatisch: morgen.
Zo lang ik me kan herinneren werken m’n biologische klok en dagritme als een soort vleermuis. Overdag ga ik enigszins mijn gang want tsja, dat is nou eenmaal hoe de mensheid werkt, groepsvorming and all. Maar eigenlijk kom ik pas rond een uurtje of tien in de avond daadwerkelijk tot leven. Het moment dat het rustiger wordt op je mobiele telefoon, de stilte om je heen overal voelbaar is. Eigenlijk het ultieme moment van rust. Zonder ruis je eigen ding doen. En het voelt ook een beetje baldadig. Zo van: de rest van de wereld ligt dan misschien in bed te stinken, maar ik écht niet hoor. Deze trooper gaat de hele nacht liggen bingen omdat ‘t kan. Of omdat ik de illusie heb dat ‘t kan. Want zelfs ik neem het volledig in de war schoppen van mijn bioritme en überhaupt enige kwaliteit tot leven niet meer zo voor lief als vroeger.
Dit gedrag was namelijk cute and all toen ik nog studeerde en daadwerkelijk de slapeloze nachten overdag kon compenseren met úrenlange sessies in bed. Die tijd ligt sinds het vaderschap sowieso al bijna tien jaar achter me. Van één nacht overslaan moet ik tegenwoordig minstens een hele week herstellen. En daarnaast: de hele aardkloot slaapt heus niet tegelijk met mij. Sterker nog: in Hollywood gaan ze bijna naar bed als in Nederland de haan begint te kraaien. En laat die Amerikaanse showbizz nou werktechnisch nét m’n core business zijn. Zit ik alsnog in die waardevolle rustige nacht verzonken in allerlei headlines en pushmeldingen. Eigenlijk is de goede tijd wat betreft mijn duisternisdynamiek allang voorbij. Maar héél af en toe zijn ze er: de momenten waarop ik met volledige goedkeuring van het universum en de mensen om me heen ouderwets en legaal de nachtkijker uit kan en mag hangen. Grote Amerikaanse liveshows tijdens awards season.
De Oscars, De Emmys, De Golden Globes… noem ze maar op. Met uitzondering van de tropenjaren toen onze zoon nog heel klein was en ik serieus niet meer recht uit m’n ogen kon kijken, heb ik er niet één gemist. Vanzelfsprekend live. Gemiddeld tussen twee en vijf uur in het holst van de nacht op de buis. En dan maken we er ook echt een feestje van hè? Dus met popcorn, snacks, cola en heel veel hotdogs op de bank that is. Als een Nederlandse uitzendgemachtigde zo lief en wijs is geweest om de rechten aan te kopen dan. Er zijn ook awardshows die ik met kleine oogjes op m’n iPad heb moeten volgen via een sleazy en illegale stream. Vroeger puur voor ‘t plezier, maar vandaag de dag zit er vanzelfsprekend óók een professioneel haakje aan deze events. Want hé, als je dan toch de entertainmentdeskundige op ‘t gebied van Hollywood voor RTL Boulevard uithangt, dan moet je er ook wel iets voor doen. Vind ik. Er stroomt heus nog wat journalistenbloed door die aderen van mij, want ik wil niet één seconde te laat op de hoogte zijn van iets tijdens zo’n grote show. Laat staan een hele nacht wachten.
Het schept bovendien een enorm gevoel van luxe door languit in een onesie met een sliert kaas uit je bek te genieten van alle pracht en praal op zo’n rode loper. Ik leef echt volledig voor de oppervlakkige nepwereld van uiterlijk vertoon en zogenaamde statuur. Maar dan toch het liefst vanuit m’n eigen veilige coconnetje thuis. Hoewel, nu ben ik wellicht niet helemaal eerlijk. Want als ik óóit de kans krijg om de Academy Awards of de Emmys te verslaan voor de Nederlandse televisie sta ik gewassen en gestreken op ‘t vliegveld voor ze me de vraag hebben gesteld. Maar tot die tijd maak ik er m’n allereigenste nachtelijke avontuurtjes van terwijl niemand naar me kijkt.