Op 26 september 2010 liep mijn liefje vrij plotseling m’n leven binnen. Om vervolgens nooit meer weg te gaan. Een bizarre twist of faith, vooral omdat het samenzijn met mij nou niet altijd een walk in the park is.
Twaalf jaar verder zijn we inmiddels. En zo voelt het helemaal niet, terwijl toch alles anders is geworden sinds dat ene moment. Ik zag hem en hij zag mij en ik was op slag verliefd. En dat ben ik oprecht nog steeds als ik in zijn pretoogjes kijk. Silas maakte van mij een wij, een concept waar ik tot dat moment eigenlijk niets van begreep. En ik nog stééds moeite mee heb. Niet omdat ik niet ontiegelijk veel van hem (en onze zoon) houd, maar omdat het me vooral nogal wat moeite kost om mezelf lief te vinden.
Vaker wel dan niet wil ik in een hoekje kruipen. Weg van de verantwoordelijkheid van alledag, weg van de wereld. Op mijn eigen eilandje blijven hangen in m’n eeuwigdurende hersenspinsels. Die vaak nogal donker en duister van aard kunnen zijn. Mijn hele leven lang kwam ik daar redelijk goed mee weg, totdat Silas kwam en die bullshit niet bepaald accepteerde. Hij wilde -en dat is tot op de dag van vandaag nog zijn missie- een beter mens van me maken. Een mens waarvan ik niet geloof dat ie bestaat, maar er volgens hem tóch is. Daar strijden we nu al twaalf jaar over.
Liefde is sowieso een gek iets. Als de eerste verliefdheid voorbij is en je samen een leven opbouwt, kies je er uiteindelijk voor om samen te zijn en te blijven. Ongeacht welke hindernissen het bestaan ook naar je toewerpt. En geloof me, wij zijn ondertussen getrainde circusartiesten zoveel bagger is er de afgelopen twaalf jaar losgekomen, maar we staan nog steeds. En hoe enorm ver ik mijn liefje ook van me af probeer te duwen, hij komt altijd nog terug. Vechtend tot het bittere eind.
Ik geloof dan ook oprecht dat er een soort Cupido is die ons samen heeft gebracht. Of noem ‘t het lot. Een bestemming. Twee mensen die niet direct op elkaar zaten te wachten, maar waar het onbewust wél heel welkom was. Silas heeft me de afgelopen twaalf jaar laten zien dat er lichtpuntjes in het leven zijn. Dat het geen optie is om zomaar op te geven. En dat als je energie in dingen stopt, je daar óók enorm veel moois voor terugkrijgt.
En ondanks dat twaalf geen officieel kroonjaar is, vond ik het tóch nodig om er stil bij te staan. Om Silas te bedanken. Voor zijn liefde. Voor zijn gigantische hart, waar ík onderdeel van uit mag maken. Voor het zijn van een gigantisch voorbeeld, waar ik ‘m absoluut te weinig credits voor geef en ik nooit hardop zal uitspreken. Hij heeft me verder gebracht dan ik óóit had kunnen dromen. En hij laat me nog steeds elke dag zien dat ouder worden niet erg is, zo lang je het maar samen doet.
Lief schaapje van me, dankjewel voor alles. Je bent oprecht meer dan ik verdien. Dat mijn pijl in jouw hart terechtgekomen is vind ik tot op de dag van vandaag een wonder. Jij bent mijn wonder. En daarmee doe ik je nog tekort. Love you. <3
Ik denk het eigenlijk wel. Maar leg het nergens vast, ga mezelf niks verbieden. En ik noem het alcoholvrijblijvendheid. Een prima aanpak, want ben de afgelopen duizend dagen niet eens een héél klein beetje in de verleiding gekomen om te drinken. En dat voelt goed. En fijn. Alsof ik een klein beetje ballast en vergif uit mijn leven verbannen heb. Als het nu óók zo makkelijk ging met chips en chocolade was ik een blij mens. Maar hé, je kunt niet alles hebben.