De zon breekt weer fatsoenlijk door en dan is de klok óók nog eens dat fijne uurtje vooruitgegaan. De korte rokjes én korte broeken kunnen alvast gewassen worden, want de lente is eindelijk hier. Maar hoewel de tijd dan misschien een uurtje verschoven is, als mensheid begeven we ons blijkbaar nog in de middeleeuwen. Als het om seks gaat in ieder geval.
Want jeetje, al achttien jaar vieren basisscholen door heel Nederland het begin van dit nieuwe seizoen met de zogenaamde Week van de Lentekriebels. Waarin op een luchtige en toegankelijke manier geprobeerd wordt om seksualiteit bespreekbaar te maken bij kinderen. Ik had er eerlijk gezegd nog niet eerder van gehoord, maar kon er dit jaar niet omheen. Hele massa’s mensen gingen namelijk in protest. En hun boodschap was helder: er werd geleerd hoe te pijpen en beffen tussen de reken- en taallessen door. Totale onzin. En ook al was het wél waar geweest, alsnog een betere route dan in mijn tijd (jeetje wat voel ik me oud), toen hoorden we namelijk níets over seks.
Eerlijk is eerlijk, deze meneer hier was nogal een laatbloeier. Met alles. Niet alleen moest me echt verteld worden dat Sinterklaas nep was, voordat ik het inmiddels klassieke boek Seks Enzo in mijn handen kreeg, was ik echt niet met seks mee bezig. Of mijn lichaam. Ik zag nauwelijks andere mensen, laat staan naakt. En ik speelde nog met Playmobil tot halverwege puberteit toen mijn sociale leven verder draaide om Telekids en As the World Turns. De eerste keer tongzoenen of seks, ik vond het adembenemend angstwekkend. En wilde het helemaal niet. Had niks met seksuele spanning of smetvrees te maken, maar wat in hemelsnaam moest ik waarmee doen en op welke plek stoppen? En daarnaast: ik durfde mijn kleren niet eens uit te trekken. Iemand anders míj naakt zien? No fucking way.
Het heeft tot ver na mijn dertigste geduurd voor ik tot ‘t punt ben gekomen waarop ik comfortabel en zonder schaamte in adamskostuum kan rondbanjeren. Bij mijn partner, maar óók in aanwezigheid van m’n kind. Juist ómdat m’n zoon er is moest ik die angst aangaan. Geen haar op mijn hoofd die hem ook met allerlei onzinnige issues het leven in wilde sturen. En dus doe ik niet moeilijk over een beetje bloot. En ook wring ik mezelf niet in allerlei bochten als er vragen komen over seks, tongen en piemels.
Met twee pappa’s is het gesprek over hóe zoonlief ter wereld gekomen al regelmatig ter tafel gekomen. Maar ook door bezoekjes aan musea of zelfs met speelse knuffels van een ei- en een zaadcel kán je seks onderdeel maken van het leven, óók bij kinderen. Of, daar is ie weer: júist bij kinderen. Want identiteit, diversiteit, verliefd zijn, aardig zijn voor elkaar, grensoverschrijdend gedrag… en die vreselijke schaamte. Please, laten we daar het nu al over hebben met onze kleintjes. Thuis én op school.
Tegenwoordig zijn het al lang niet meer de tekeningetjes in een boek. Via social media en internet krijgen kinderen veel te vroeg toegang tot allerlei thema’s waar ze dan tenminste klaar voor zijn. Of hopelijk over willen praten als ze nog wél vragen hebben. Hoe beter de voorlichting, hoe groter de kans dat jongeren op latere leeftijd genieten van seks en duidelijk kunnen aangeven waar hun grenzen liggen. Maar de verpreutsing van de samenleving en het anti-wokesentiment drijft steeds meer ouders in de armen van complotdenkers. Jammer, want die ophef gaat aan de jeugd voorbij, die blijven vooral nieuwsgierig. Professionele leerkrachten weten vervolgens precies wat ze kinderen wel en niet kunnen vertellen, juist als het gaat over seksuele voorlichting. Ouders, opiniemakers en politici zouden zich daar niet mee moeten bemoeien. Potje seksen. Kunnen ze beter hun tijd aan besteden.